Vragen en antwoorden n.a.v. de openbare zitting
1. Welke alternatieven voor groene waterstof zijn onderzocht? En waarom is er uiteindelijk voor groene waterstof gekozen?
Er wordt op Goeree-Overflakkee veel groene energie opgewekt. Deze energie kan gebruikt worden als alternatief voor aardgas. Wat de beste manier is, verschilt per plaats. Voor Stad weten we dat waterstof een goede oplossing kan zijn. Er is in opdracht van de gemeente onderzoek gedaan naar verschillende verwarmingsopties naast waterstof. Stedin en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hebben ook analyses gedaan. Hier komt uit dat voor de oudere woningen in Stad aan ’t Haringvliet elektrisch verwarmen of het aanleggen van een warmtenet minder aantrekkelijk zijn dan een hernieuwbaar gas. Waterstof komt hier als optie uit die tegen de laagste maatschappelijke kosten kan worden gerealiseerd voor Stad aan ’t Haringvliet.
2. Is er voor Stad aan ’t Haringvliet een uitvoeringsplan?
Op dit moment wordt nog gewerkt aan het uitvoeringsplan. Als dit gereed is kan de gemeenteraad het uitvoeringsplan voor Stad aan ’t Haringvliet vaststellen. In de voortgangsrapportage warmtetransitie 2023 is richting de gemeenteraad aangegeven dat de ontwikkeling richting Kern Uitvoeringsplannen vertraging heeft opgelopen doordat de door het Rijk toegezegde uitvoeringsmiddelen nog niet beschikbaar waren.
In de Transitievisie Warmte 2021 staat inderdaad dat tussen 2021 en 2024 Kern Uitvoeringsplannen worden vastgesteld. Een Kern Uitvoeringsplan vertelt in de basis voor welk gebied op welk moment welke warmteoplossing is voorzien en koppelt hier stappen richting uitvoering aan. De afgelopen jaren zijn in vier dorpen stappen gezet richting Kern Uitvoeringsplannen. Stad aan ’t Haringvliet is daar één van. In de voortgangsrapportage warmtetransitie 2023 is richting de gemeenteraad aangegeven dat de ontwikkeling richting Kern Uitvoeringsplannnen vertraging heeft opgelopen doordat de door het Rijk toegezegde uitvoeringsmiddelen nog niet beschikbaar waren. Deze zijn inmiddels toegezegd en ontvangen, waardoor we als gemeente verder kunnen. We hebben nog geen harde planning voor de Kern Uitvoeringsplannen van Stad aan ’t Haringvliet, Ooltgensplaat, Stellendam en Sommelsdijk/Middelharnis.
Er is in opdracht van de gemeente onderzoek gedaan naar verschillende verwarmingsopties naast waterstof. Stedin en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hebben ook analyses gedaan. Hier komt uit dat voor de oudere woningen in Stad aan ’t Haringvliet elektrisch verwarmen of het aanleggen van een warmtenet minder aantrekkelijk zijn dan een hernieuwbaar gas. Waterstof komt hier als optie uit die tegen de laagste maatschappelijke kosten kan worden gerealiseerd voor Stad aan ’t Haringvliet. De beloften die gedaan worden zijn kortgesloten met de projectpartners, toezichthouders en ministeries. Er wordt op de toepassing van waterstof in demonstratieprojecten strikt toezicht gehouden. Er moet een aanvraag worden gedaan bij de Autoriteit Consument en Markt waarin ook alle contractuele afspraken tussen de projectpartners en de inwoners en ondernemers worden getoetst. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) ziet toe op de veiligheid van het distributienet van Stedin en ook de DCMR en VR-RR houden toezicht. Daarnaast maakt de gemeente met de inwoners en ondernemers momenteel afspraken over het borgen van de belangen van de Stadtenaren en is ook Oost West Wonen bestuurlijk actief betrokken om de belangen van de huurders te vertegenwoordigen.
De kosten van waterstof over 15 jaar kennen we nu nog niet, net zoals we die voor aardgas nog niet kennen. Het is niet mogelijk om de kosten voor waterstof nu te voorspellen, hetzelfde geldt voor elektriciteit en aardgas. Toekomstige energieprijzen zijn voor deze lange termijn niet bekend.
6. Is de kans op lekkage groot doordat waterstofgas uiterst dun is. Dunner dan bijvoorbeeld aardgas? Wat betekent dit voor bijvoorbeeld koppelingen en verbindingen?
Onderzoek en praktijktoetsen tonen aan dat als leidingwerk dicht is voor aardgas, de leidingen, koppelingen en verbindingen ook dicht zijn voor waterstof. We gaan hierbij uit van de normering van dichtheid van aardgas. In de praktijk blijkt het verschil met aardgas klein.
Feit is dat bij aardgas minder vaak en intensief wordt gecontroleerd, bij waterstof willen we in dit stadium geen enkel lek toestaan. Daarom gaan we elektrisch koken en hebben we nog maar één apparaat op waterstof. Dan kan, indien na controle eventueel blijkt dat het nodig is, een nieuwe leiding worden toegepast in de woning die uit één stuk bestaat.
7. Klopt het dat waterstofgas zich ophoopt in de woning en zich niet door ventilatie laat verdrijven?
Ophoping van waterstof is veel minder een probleem dan ophoping van aardgas. Waterstof is kleiner dan methaan (hoofdbestanddeel van aardgas) waardoor ophoping in bijv. een kruipruimte (helaas gebeurt dat wel eens met aardgas) met waterstof veel onwaarschijnlijker is. Daarnaast is waterstof veel lichter dan aardgas, waardoor het zich zeer snel naar boven beweegt en vervolgens de woning verlaat. Ventilatie kan daarbij beslist helpen. De aanname dat ventilatie waterstof niet kan verdrijven is niet correct.
8. Klopt het dat een geurstof zich niet aan de moleculen van waterstofgas bindt en bij lekkage pas na het waterstofgas volgt, waardoor sensoren er geen vat op hebben?
Stedin is heel actief met geurstoffen voor waterstof. De geurstof die aan aardgas wordt gegeven is ook prima bruikbaar voor waterstof. Dat wordt op diverse plekken gedaan, o.a. in Rozenburg en in Lochem. Daarnaast kijken we naar andere geurstoffen die minder milieubelastend zijn dan de aardgasgeurstof.
Sensoren reageren op waterstof, niet op geurstof A of geurstof B. Ook zonder geurstof geven de sensoren alarm.
9. Wat als iemand een beperkte reuk heeft? Wat betekent dit voor het signaleren van een mogelijke waterstoflekkage?
Dit probleem kunnen we met dit project niet helemaal oplossen en doet zich bij aardgas ook voor. Wat we wel kunnen doen is bekijken of we in deze gevallen meer waterstofmelders in de woning op kunnen hangen. We hangen nu waterstofmelders op in de meterkast en de technische ruimte waar de waterstof cv-ketel wordt geplaatst.
10. Is waterstofgas explosiever dan aardgas en wat is het risico op een explosie in de woning?
Waterstofgas is een ander gas dan aardgas, maar op een aantal kenmerken vergelijkbaar. De ontvlambaarheidsgrenzen van waterstof in lucht zijn in het onderste concentratiegebied ongeveer gelijk aan die van aardgas (ca. 4 vol% voor waterstof tegen ca. 5 vol% voor aardgas). Bij lekkages uit leidingen zullen concentraties zich echter meestal van onderen opbouwen, zodat bij een permanent aanwezige ontstekingsbron het risico van ontbranden niet opvallend afwijkt van die van aardgas.
In de praktijk wordt verwacht dat detonatie (type explosie) kan optreden bij hoge concentraties van waterstof in lucht. Er mag worden geconstateerd dat de kans op het optreden van een dergelijke waterstofconcentratie kleiner zal zijn dan met aardgas. Waterstof heeft een hogere diffusiesnelheid ten opzichte van aardgas. En de kans op vorming van brandbare mengsels is kleiner. Omdat het vraagstuk van ontbranding van waterstof-luchtmengsels gecompliceerd is, wordt hier nog verder onderzoek naar verricht. Door lekkage te voorkomen zorgen we tegelijkertijd voor een situatie die minimaal zo veilig is als bij aardgas.